Het is me wat. Kwam ik in februari nog terug uit Milaan met een nog onbekend virus wat zich de kop op stak en wat ik eventueel mee zou kunnen nemen, is het nu een heel ander gezicht in ons eigen mooie kikkerlandje. Ik doe voorzichtig, blijf veelal thuis en probeer zoveel mogelijk de richtlijnen van het RIVM aan te houden. Toch zijn er een aantal zaken waar ik tegenaan loop.

  1. Boodschappen doen

Nu moet ik zeggen dat ze het allemaal steeds beter doorkrijgen bij de supermarkten. Winkelwagens zijn verplicht tijdens je bezoek, welke ze iedere keer grondig reinigen en aangeven. Bovendien hebben ze al buiten met lijnen aangegeven waar je precies moet wachten (uiteraard 1,5 uit elkaar). Maar, dan kom je in die verdomde supermarkt en mensen lijken die afstand compleet te zijn vergeten. Sta ik bij de sugarsnaps -op het richeltje van de koeling want ja, we kunnen alles van mij zeggen maar niet dat ik gezegend ben met lengte-, komt er een flapdrol in dezelfde deuropening staan als waar ik nog moeite doe om eruit te klimmen. En probeer er maar eens iets van te zeggen. Dan ben je verzekerd van een snauw van hier tot aan de broodafdeling van de appie.

En dan die leute die het boodschappen doen zien als een uitje en met iedereen in fucking pad 5 een praatje maakt. Pak je shit, reken af en ga gewoon naar huis.

2. De hond uitlaten

Als het met bakken uit de hemel komt dan maak ik mij niet zo’n zorgen want dan heeft Neerlands finest er geen problemen mee om binnen te zitten. Maar als het zonnetje schijnt, lijken ze overal vandaan te komen. Piepels met honden. En juist die mensen vinden het heer-lijk om toch even dat praatje met je te maken. En nu vind ik dat praatje heus niet vervelend, hoewel ik best mensenschuw ben. Maar op het moment dat Jan met zijn hond steeds dichterbij komt terwijl hij zijn verhaal doet, krijg ik de kriebels. Dat je wil kletsen is tot daar aan toe, maar blijf gewoon op een afstand staan. Hoewel ik best doof ben, versta ik je op anderhalve meter heus nog wel.

3. Fietsen

Ik heb een kind thuis zitten die ook naar buiten moet. Wie niet? Soms wil hij een stukje fietsen en dat vind ik meer dan prima als het mooi weer is. Ik behoor tot het volk dat de combinatie zon en fietsen best kan waarderen. Maar als ik dan onderweg ben en er komt iemand pal naast mij fietsen, niest er gezellig bij en doet alsof we een tour de France knallen door mijn achterwiel te schaduwen om uit de wind te blijven, kan ik het niet laten mijn wenkbrauw vol in te zetten naar boven. Haal mij in en fiets verdomme door! Ik heb heus geen thee en koekjes in mijn fietstas.

Nu weet ik heus wel dat ik niet panisch hoef te doen, maar op sommige momenten zou ik toch wensen dat de mensen om mij heen wat minder doen alsof hen niks zal overkomen en mij als panisch omschrijven. Ik ben gewoon voorzichtig omdat ik een moeder heb die net wat vatbaarder is. Ik ga uiteraard ook naar buiten, ik doe ook mijn boodschappen en ja, ik werk ook nog steeds in de kinderopvang en heb soms achttien kinderen onder mijn hoede.

Maar dat betekent verdomme niet dat je in mijn gezicht hoeft te niezen of mij hoeft uit te schelden als juist ik wél aan je vraag of je een beetje afstand wil houden.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.